HET GEHEIMENIS DER HEIDENEN

In Efeze 3 wordt ons het geheimenis van de roeping van de heidenen bekend gemaakt. De apostel Paulus zegt in vers 8 en 9:  “Mij de allerminste , is deze genade gegeven, om onder de heidenen door het Evangelie de onnaspeurlijke rijkdom van Christus te verkondigen en allen te verlichten, opdat ze mogen begrijpen wat de gemeenschap aan het geheimenis inhoudt, dat door de eeuwen heen verborgen is geweest in God. Die alle dingen geschapen heeft. Het heil voor heidenen was voor Joden ondenkbaar, maar dit plan was altijd al in het hart van God. Het idee dat heidenen gered zouden kunnen worden, zou nooit in het hoofd van een Jood zijn opgekomen, maar het was altijd al in het hart van God. Toe de apostel Paulus dit heilsgeheim wereldkundig begon te maken, wordt hij in eerste instantie door de Joden als een ketter gezien. Hoe kan Paulus dit in zijn hoofd halen dat de Heere God heidenen deelgenoot en erfgenaam zou maken van het heil? Toch was dit altijd al Gods plan geweest, maar nu was de tijd aangebroken om dit geheimenis te openbaren.

De Bijbel maakt onderscheid tussen Jood en Griek, maar dit onderscheid vervalt in het lichaam van Christus. Paulus leert ons: “Ook wij allen immers zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt, hetzij dat wij Joden zijn, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen; en wij allen zijn van één Geest doordrenkt” ( 1 Kor. 12: 13). De Gemeente is dus niet een menselijk instituut, maar een Lichaam, een levend organisme van Joodse en niet- Joodse gelovigen, wiens identiteit in de diepste zin Christus zelf is. We zien na de bekering van de apostel Paulus dat hij geleidelijk afstand neemt van alle religieuze inzettingen, geboden en verboden: “Maar wat voor mij winst was, dat heb ik om Christus wil als schade beschouwd. Ja, beslist, ik beschouw ook alles als schade vanwege de voortreffelijkheid van de kennis van Christus Jezus”( Fil. 3:7-8) .

Omslag in denken voor religieuze Joden.

Als gelovigen uit de heidenen kunnen we ons nauwelijks voorstellen wat een grote omslag van denken deze waarheden voor religieuze Joden als Petrus en Paulus hebben teweeg gebracht.

HET GEHEIMENIS VAN DE OPNAME

Dit geheimenis wordt door de apostel Paulus aan de gemeente van Korinthe  ( 1 Korinthe 15: 51) bekend gemaakt met de woorden: Zie ik vertel u een geheimenis. Wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen veranderd worden. Ook dit geheimenis was eeuwenlang verborgen, totdat Hij het in de volheid van de tijd aan de apostel Paulus bekend maakte. Ik denk dat dit een van de spectaculaire geheimen is die de Bijbel kent, want het spreekt van: 

  1. Opstanding uit de dood van een gestorven gelovigen.
  2. Levende gelovigen krijgen een onsterfelijk lichaam.
  3. Samen zullen ze Jezus tegemoet gaan in de lucht.
  4. Dit alles gebeurt in een fractie van een nano seconde.
  5. Dan zullen ze allen tezamen voor altijd bij de Heere zijn.

WAT GEBEURT ER BIJ DE OPNAME?

Dit zijn de hoofdelementen van de gebeurtenis die wij de “opname” noemen:”

1. De opname zal beginnen met Jezus. 1 Thessalonicenzen 4:16 begint met deze woorden: “Want de Heere  zelf zal neerdalen uit de hemel.” Daarom noemden de apostelen het vaak “Jezus’ verschijning”. Hij zet alles in beweging als Hij terugkeert met “hen die ontslapen zijn” in Christus (1 Thess. 4:14).

2. We zullen Jezus’ stem horen en het geluid van een bazuin. 1 Thessalonicenzen 4:16 vertelt ons ook dat Jezus “zal neerdalen … met een bevelend geroep, met de stem van een aartsengel en met het geluid van de bazuin van God.” Ik geloof dat wij allen die in Christus zijn deze geluiden zullen horen; wat dat betreft ben ik niet zeker over hen die Hem niet kennen.

3. De doden in Christus zullen het eerst opstaan (1 Thess. 4:16). Jezus zal uit de doden opwekken al degenen die “in Christus” gestorven zijn vanaf de Pinksterdag tot de tijd van de opname. Zij zullen de eersten zijn om de Heere in de lucht te ontmoeten als Jezus hun opgewekte lichamen met hun zielen verbindt.

De opstanding van de heiligen uit het kerktijdperk gebeurt onmiddellijk bij het begin van de opname.

4. De Heere zal onsterfelijke en onvergankelijke lichamen geven aan gelovigen die in leven zijn op het moment van de opname (Fil.3:20-21; 1Kor.15:51-53). Dit zal in zekere zin onze opstanding zijn, het ontvangen van een verheerlijkte lichamen en nooit meer ziek te zullen worden, oud, of te zullen sterven.

5. De opname zal snel gebeuren! Voor degenen onder ons die leven ten tijde van de opname, zal de verandering in ons lichaam gebeuren “in het knipperen van een oog” (1 Kor.15:52). Wij zullen ogenblikkelijk onze verheerlijkte lichamen ontvangen.

6. Op hetzelfde moment dat Hij ons onsterfelijke lichamen geeft, zal Jezus degenen van ons “die leven, die overgebleven zijn … in de wolken opnemen om de Heere in de lucht te ontmoeten” (1 Thess. 4:17). Wij zullen ons voegen bij de heiligen die uit de dood zijn opgewekt en wij zullen voor altijd “bij de Heere zijn”.

7. Onze bestemming zal de hemel zijn. In Johannes 14:3 zei Jezus: “En als Ik heenga en u een plaats bereid, zal Ik wederkomen en u tot Mij nemen, opdat, waar Ik ben, ook gij zult zijn.” De Heere is een plaats in de hemel aan het bereiden, en Hij zal ons daarheen brengen wanneer Hij verschijnt. Later, in Johannes 17:24, zien we dat één van Jezus’ verzoeken in wat wij zijn “hogepriesterlijk gebed” noemen, was dat wij op een dag de heerlijkheid zouden zien die Hij bezat “vóór de grondlegging van de wereld”.

Ik houd van de manier waarop Colossenzen 3:4 het zegt: “Wanneer Christus, die uw leven is, verschijnt, zult ook u met hem verschijnen in heerlijkheid.” Wanneer de opname plaatsvindt, zullen wij verschijnen in heerlijkheid, oftewel het vaderhuis. Met andere woorden, het betekent ons vertrek van de aarde naar de hemel.

De bovenstaande zeven punten geven een korte samenvatting van wat we zullen meemaken als Jezus komt om ons mee naar huis te nemen. Al deze dingen vormen samen de gebeurtenis die wij als gelovigen de “opname” noemen. Het is een volledig Bijbelse gebeurtenis; het zal gebeuren precies zoals de Bijbel zegt dat het zal gebeuren.